Wednesday, March 14, 2012

leven op postzegelformaat

mijn postzegel
De laatste twee weken is mijn wereld wat gekrompen. Ik leef op postzegelformaat. "Opgesloten" in huis met mijn middelste zoon die ouderwets verkouden is. Vorige week maandag greep ik na vijf fitte jaren de vernevelaar uit de kast en ging op zoek naar de medicijnen voor erin. Op een stoel voor de kast vind ik geen medicijnen, maar wel een vos bij de watergang, vol in beeld. Ook ziek, maar daarover later meer.
Geen medicijnen in huis leert de kast me en ik bel naar de doktersassistente. Afgelopen januari is onze laatste vertrouwde huisarts gestopt en nu is er dus in de praktijk geen enkele arts meer die Jasper kent. Handig. Een van de nieuwe huisartsen, een vrouw, belt, we overleggen en zij zorgt dat ik wat kan ophalen. Fijn. Een vriendin haalt het op en een andere vriendin maakt alvast korrels voor Jasper en geeft hem een behandeling waardoor hij lekker even slaapt.
De dagen volgen elkaar op vol gekerm en gemopper. Mijn oren zitten vol met zijn geluid en dat van de dvdtjes met onze grote vrienden Samson en Gert, Big en Betsy en kabouter Plop. Mijn lijf protesteert tegen al het gesjouw met Jasper: buiklig, draaien, ruglig, in de stoel, uit de stoel, op de bank, loskloppen... en dan weer en weer. De nachten verliepen ook niet allemaal naar wens en ook daar knapt een mens niet van op.
Het geeft niet allemaal ellende hoor, een verkouden zoon thuis. Zo kroop Bram bij Jasper, mij en het monotone geluid van de vernevelaar op de bank en zegt met een grijns dat het vertouwd klinkt, om daar een dag later, terwijl we ons in dezelfde posities bevinden aan toevoegt dat het zelfs vertrouwd ruikt.
De trauma's lijken bij hem wel mee te vallen. Die van mezelf zijn wat groter geloof ik. Op deze dagen wil ik vooral niet te veel voelen, zodat ik wat beter voor Jasper kan zorgen.
Later in de week laat ik de huisarts komen, krijg nog een vernevel medicijn en een recept voor antibiotica, waarvan ik zelf mag weten of ik daarmee start en wanneer. Vriendin Aukje is er en we halen herinneringen op aan vroegere tijden waarin voor ons beiden niet alles altijd goed ging in het gezondheidsland van onze kinderen. Fijn als je samen al zo ver terug gaat en nog steeds met elkaar deelt. Ze voert strijd met de apothekersassistente die alvast de antibiotica aangemaakt had ( wat niet de bedoeling was) en komt met andere terug!  Fijn.
De dag erna komt een andere vriendin langs. Ze wordt begroet door Jasper met een grote lach en ze gaat meteen maar met hem aan de slag. Ook zo fijn. Emotioneel wordt ik van die meiden.
Jasper knapt eerst wat op, maar begint vervolgens met kuchen. Dagen en soms ook nachten kucht hij een flauw kuchje. Knetter word ik van het geluid. Op zijn buik op zijn wig is de hoestprikkel het meest weg. Zijn klier in de keel zet op en uiteindelijk besluit ik op maandag om met antibiotica te starten. De bofkont krijgt ook nog even een behandeling van de osteopathe die hij zo lief vindt en die de boel hier en daar lekker wat losser maakt.
Tussendoor moet ik toch echt eens iets creatiefs doen,
dus met Jasper naast me op de vloer laat ik even de handen
wat doen.

Ondertussen is het woensdag. Langzaam aan gaat het beter en wordt de wereld weer wat groter.
Rudie was gisteren vrij en zorgde er zo voor dat ik even vriendin Esther kon feliciteren met haar verjaardag, nadat ik zelfs eerst een cadeautje voor haar gekocht had. Ik bleef zelfs weer over en genoot van de kinderen. Wel merkte ik daarna dat ik niets meer gewend was in mijn energieveldje en dat ik echt even bij moest komen.
Vandaag kwam mijn moeder heel lief bij Jasper zitten zodat ik mijn tekenles door kon laten gaan. Jasper was blij oma te zien, ook hij vindt het fijn als de wereld iets groter is dan het postzegelformaatje met vooral veel moeder. Ik had maar een klein groepje kinderen vandaag, zeven meiden en één jongen. Vol verhaal komen de eerste meiden binnen. De twee scholen van het dorp, een grote en onze knusse kleine, moeten samen! Daar worden ze niet blij van. Plannen zijn al in de maak zo blijkt en dat terwijl ze de brief net gekregen hebben.
Alle acht gaan ze aan de slag met hun " Picasso" of hun "luchtkasteel". Ze hebben allemaal zin in het bouwen van een luchtkasteel dus de "Picasso's "moeten af merk ik. Ondanks dat sommigen het wat beu zijn worden het mooie tekeningen.  Luchtkastelen bouwen is voor het ene kind ook makkelijker dan voor het andere. Bij verse scheidingen van ouders kan het uit pakken als het opbouwen van jouw fantasiewereld, maar een ander houdt de deuren van het kasteel potdicht.
Het geeft openingen in gesprekken en zo kom ik op het maken van krastekeningen die ontleed kunnen worden. Een meisje met een vol hoofd van de veranderingen op schoolgebied gaat er mee aan de slag en ziet van alles in haar tekening. Ze geniet er van wat je er allemaal in kunt zien van de dingen die je zo bezighouden. Een ander meisje herinnert zich zo een opdracht van een jaar of wat terug wat een beetje hetzelfde werkt, maar dan met verf. Dat willen ze ook wel weer een keer.
Zo sluit ik mijn tekenles af en ga tevreden terug naar mijn postzegeltje die wat groeit.
Morgen schijnt de zon weer en ga ik lekker met Jasper naar buiten en even op stap om plastic champagne glazen te kopen, wordt de wereld toch een postkaart.


Vos
En dan was er nog de vos. Nooit gedacht dat ik nog eens een jager zou bellen, maar dat was precies wat ik deed nadat ik de vos eens goed had bekeken. Hoestend zat het beest aan de waterkant. Mijn conclusie: ziek. De enige naam in jagersland die ik ken zoek ik op in het telefoonboek en bel ik op. De man komt langs en stopt later voor mijn deur met zijn duim omhoog. Blij als een kind dat hij dat klusje kon klaren. Even later komen er twee andere jagers voorbij in hun jeep. Ik ga er maar naar toe en zeg dat het probleem al opgelost is. Beteuterd druipen ze af.
's Avonds vraagt mijn man zich af of de vos niet vergiftigd zou zijn en of ik niet beter de dierenambulance had kunnen bellen. Zij onderzoeken de doodsoorzaak misschien wel. De dierenambulance....ik had het niet bedacht! En dat terwijl die nog wel super langzaam voorbij was gekomen die ochtend. Vergiftigd? Ik had het niet bedacht. Ik dacht gewoon ziek en wie weet wel besmettelijk.
Vriendinnen lachen later om mijn naiviteit om het gifverhaal en een van hen vraagt ook naar de dierenambulance. Ik vind het wel grappig hoe het verhaal zo loopt tijdens de dagen. Ik hoor van de buurvrouw dat de dierenambulance hier inderdaad was voor de vos, want de achterbuurman (die hier nog niet zo lang woont en geen jagers kent) had de zieke vos gezien. Ze hadden het beest niet te pakken gekregen en heb opgejaagd zonder resultaat.
Weer later hoort Rudie van de achterbuurman zelf dat de dierenambulance mensen gezegd hadden dat je beter een jager kunt bellen! Je snapt ik heb even genoten van het momentje van gerechtigheid. Gelukkig gunt Rudie me dat en hoort het lachend aan. Einde vos, hij was niet voor niets in mijn zicht gaan zitten, hij wist dat ik hem uit zijn lijden zou verlossen, gif of geen gif.

No comments: